
Op 8 november 1965 werd het Universiteitsfonds Limburg (UFL) opgericht, toen nog onder de naam Stichting Wetenschappelijk Onderwijs Limburg (SWOL). Het Fonds ontstond vanuit een combinatie van regionale ambitie, maatschappelijke achterstand en politieke strategie met als doel het stimuleren van wetenschappelijk onderwijs in de provincie Limburg. Nu, 60 jaar later, blikt het Fonds terug op een rijke geschiedenis en kijkt het met ambitie vooruit.
Medio jaren 60 werd de sluiting van de Limburgse mijnen bekend gemaakt, wat bijdroeg aan het imago als een economisch en sociaal kwetsbare regio. Tegelijkertijd was er een tekort aan hoger opgeleiden, terwijl de overheid streefde naar een betere regionale spreiding van kennisinstellingen. Met steun van het bedrijfsleven en een indrukwekkend burgercomité – 300.000 handtekeningen voor de komst van een medische faculteit – werd de Rijksuniversiteit Limburg opgericht. Deze ging in 1976 officieel van start en zou uitgroeien tot de Universiteit Maastricht (UM). Hiermee is het Fonds de motor achter het ontstaan van UM geweest.
“De universiteit was er nooit gekomen zonder de kracht van de regio,” stelt Bouwien Janssen, directeur van UFL. “Het bedrijfsleven zocht goed opgeleide medewerkers, en de samenleving geloofde in deze sprong voorwaarts.” Die maatschappelijke betrokkenheid is tot op de dag van vandaag zichtbaar in het werk van het Fonds.
Ook anno 2025 is het oorspronkelijke doel nog springlevend. Emile Roemer, gouverneur van Limburg en voorzitter van UFL: “De wereld verandert razendsnel. Of het nu gaat om zorg, duurzaamheid of digitalisering, de uitdagingen nemen alleen maar toe, en daarmee ook de noodzaak van goed onderzoek.”
Volgens Roemer is de kracht van UFL dat het onderzoek ondersteunt dat het belang van Limburg overstijgt en ook buiten de provincie impact maakt. “Denk aan verduurzaming van de chemische sector en kansengelijkheid in het onderwijs, beide belangrijke onderwerpen die op veel maatschappelijk draagvlak kunnen rekenen. Doordat we lokaal urgentie voelen, maar bovenregionaal effect nastreven, zetten wij Limburg op de kaart.”

Op 16 september 1974 werd de medische faculteit feestelijk geopend en werden de eerste 50 cursisten en staf ontvangen op het Stadhuis en het Gouvernement, een bijzonder moment. “Een sterke band met de Provincie is er dus altijd geweest, en die duurt ook nog steeds voort,” aldus Janssen. Wettelijk bestond de universiteit toen nog niet, aangezien deze pas op 9 januari 1976 door Koningin Juliana werd opgericht.
Roemer benadrukt de kracht van het internationale karakter van de regio voor de universiteit. “We zitten in een unieke grensregio, maar we denken niet in grenzen. Samenwerken over grenzen heen is waar we sterk in zijn.”
“Een sterke band met de Provincie is er dus altijd geweest, en die duurt ook nog steeds voort.”
Al vanaf het ontstaan focust het Fonds op het stimuleren van onderwijs en onderzoek in de regio, een missie die nooit veranderd is. “We zien onszelf als de verbinder – de zogenaamde ‘brug’- tussen UM en de samenleving. Binnen de universiteit ontstaat kennis, maar die zou niet binnen de muren moeten blijven. Via het Fonds maken we onderzoek mogelijk, zichtbaar én toegankelijk, “ legt Janssen uit. Het verbeteren van de wereld staat voorop voor UFL. Steun vanuit de samenleving is daarbij onmisbaar, omdat de overheid niet alle projecten financiert.
Dankzij een breed netwerk van regionale bedrijven en betrokkenen kan het Fonds diverse onderzoeksprojecten en studiebeurzen mogelijk maken. Een goed voorbeeld is het jaarlijkse UM Diner, dat sinds 2009 in samenwerking met de Provincie Limburg wordt georganiseerd. “Met dit diner vullen we een unieke formule in. Gerenommeerde Limburgse bedrijven zijn hierbij aanwezig en kiezen een thema dat relevant is voor hun bedrijfsvoering. Tijdens het diner worden zij gekoppeld aan professoren die gespecialiseerd zijn in dat onderwerp. Dat leidt geregeld tot nieuwe inzichten en zelfs verrassende regionale samenwerkingsverbanden,” concludeert Roemer.
In 2026 viert UM haar 50-jarig bestaan. Daarmee groeit ook de alumnigemeenschap, zowel in aantal als in leeftijd. “Alumni vormen een belangrijke doelgroep voor het Fonds en bekleden vaak impactvolle posities in het bedrijfsleven. Ook hebben ze doorgaans een warme band met hun alma mater. Het zou mooi zijn als we hen nog meer kunnen betrekken, met hun kennis, netwerk of steun,” legt Janssen uit. Sommige alumni die meerdere jaren elders in het land hebben gewerkt, keren later weer terug naar Limburg. “Ze zien hier kansen die hen aanspreken en vinden zo hun weg terug naar Limburg. Dat laat zien dat de regio aantrekkelijk blijft voor toptalent,” vult Roemer aan.
In samenwerking met andere universiteitsfondsen heeft UFL de afgelopen jaren campagne gevoerd om te werken aan bewustwording rond nalatenschappen. “Een campagne die goed past bij het ouder worden van onze alumni. Mensen staan vaak niet stil bij de optie om een universiteit op te nemen in hun testament. Dit is echter een mooie manier om er zeker van te zijn dat er nog gewerkt wordt aan je idealen wanneer je er zelf niet meer bent,” vertelt Janssen.

Hoewel het Fonds een indrukwekkende geschiedenis kent, blijft UFL te werk gaan met een blik op de toekomst. Roemer: “Limburg heeft zich altijd aangepast aan ingrijpende gebeurtenissen, zoals overstromingen en economische tegenslagen. Maar we tonen veerkracht en blijven ons opnieuw uitvinden. Het Fonds speelt daarin een belangrijke rol.”
Janssen vult aan: “Zestig jaar geleden bundelden we de krachten om een regio nieuwe perspectieven te bieden na de mijnsluiting. Ik zou het geweldig vinden om de komende tijd opnieuw onze krachten te bundelen. Niet uit nood, maar uit betrokkenheid bij urgente maatschappelijke thema’s zoals gezond opgroeien, gelijke kansen en innovatie in de zorg. Alleen zo bouwen we samen door aan een veerkrachtige toekomst”.